Friese fruitrassen uitgelicht
In het kader van de Friese fruitrassen die op onze Verkooptuin verkrijgbaar zijn, besteden we deze week aandacht aan 3 appelsoorten.
3 heerlijke appelrassen
Allereerst de ‘Dokkumer Nije’
Dit appelras is de tweede in Fryslân gekweekte soort waarover iets bekend is. Is in 1925 als zaailing ontdekt en droeg voor het eerst vrucht in 1933. Rond 1920 is deze appel uit een pitje ontwikkeld door H. Dijkstra uit Dokkum. De bloeitijd is mei; het is geen zelfbestuiver, maar de ‘Groninger Kroon’ of ‘Brabantse Bellefleur’ zijn goede bestuivers. Het is een opvallend grote vrucht met een mooie kleur. Het is een friszure appel die eind september plukrijp is en vanaf dan eetbaar t/m februari. Het is met name een goede moesappel, maar kan ook als handappel worden gebruikt.
‘Marijke Muoi’ of ‘Marijke Meu’
Dit appelras, een zaailing uit de buurt van Franeker, werd door Stichting Fruit yn Fryslân gekweekt in verband met de 250e sterfdag van Maria Louise van Hessen-Kassel (1688-1765). Zij was de echtgenote van stadhouder Willem III en zeer geliefd in Friesland. Na de dood van Willem III in 1711 werd zij regentes voor zowel Willem IV, als op latere leeftijd voor kleinzoon Willem V en daarmee één van de voorouders van ons huidige Koningshuis Van Oranje-Nassau. Omdat zij zo geliefd was, werd zij door de bevolking ‘Marijke Muoi’ genoemd. Muoike is het Friese woord voor tante. Maria Louise haalde pomoloog Johann Hermann Knoop vanuit het Duitse Kassel naar Friesland en stelde hem aan als tuinbaas in Leeuwarden en Heerenveen.
Deze appelsoort bloeit van half april tot half mei, is niet zelfbestuivend en heeft dus een ander appelras nodig voor de bestuiving. De bloei van beide soorten moet wel (deels) overlappen. Het is een middelgrote, friszuur smakende, sappige appel met een ‘bite’. De appel heeft een vrij lange steel en als de appel kans krijgt in de zon te groeien kan deze bijna helemaal rood tot donkerrood gestreept kleuren. De groenblijvende delen kleuren fraai geel bij het rijpen. De appel is plukrijp vanaf half oktober en kan meteen na de pluk gegeten worden, maar kan ook nog enige tijd koel worden bewaard.
Kortom een vrij nieuw Fries appelras met een prima smaak.
‘Minne Dankert’
Ook ‘Minne Dankert’ is een vrij nieuw Fries appelras. Dit ras werd eind jaren 90 van de vorige eeuw gevonden in de tuin van Minne Dankert te Stiens. Dankert was werkzaam als veredelaar voor de aardappelteelt en dus wel bekend met het fenomeen ‘zaailingen’.
Dit ras bloeit eind mei, is ook niet zelfbestuivend en kan bestoven worden door o.a. de ‘Groninger Kroon’. Het is een smaakvolle forse appel aan een korte dikke steel. De appel is gelig aan de zonkant voorzien van een rode blos en rode strepen. De pluktijd is eind september en kan vanaf die tijd tot maart gegeten of verwerkt worden.
Het is zowel een hand- als moesappel met een lange bewaartijd.
Op de foto’s, van links naar rechts: Minne Dankert, Dokkumer Nije en de Marijke Meu.
