Wilde planten staan centraal
De Kruidhof gaat ‘wild’. Samen met 24 andere Nederlandse Botanische tuinen staat De Kruidhof dit jaar in het teken van wilde planten. Bij dit thema ‘wilde planten’ worden er wilde planten uit de collectie centraal gezet en eigenaardigheden beschreven. In deze derde editie gaat het over het Madeliefje (Bellis perennis).
Het Madeliefje
Het madeliefje of meizoentje (Bellis perennis) is een overblijvend kruid uit de grote composietenfamilie. Bellis is afgeleid van het Latijnse bellus en betekent mooi. Perennis betekent “overjarig, overblijvend”.
Waar komt de naam vandaan?
Er zijn twee verhalen over de herkomst van de Nederlandse naam ‘madeliefje’. De eerste is een samentrekking van het woord ‘made’, wat weide of hooiveld betekent en het woord ‘lief’, omdat men de bloem waarschijnlijk graag zag in het veld. De naam zou mogelijk ook afkomstig zijn van maagde-lief, omdat het bloempje in verband gebracht werd met de maagd Maria. Het gele hart is net als een zonnebloem voorzien van de gulden snede.
Een veelzijdige plant
Het madeliefje lijkt een typische voorjaarsbloeier, maar eigenlijk gaat deze het hele jaar wel door. In de volksgeneeskunde komt het madeliefje in de literatuur heel veel voor als voorjaarsoppepper. Thee van de bloemen wordt gebruikt om voorjaarsmoeheid tegen te gaan en vernieuwde energie te krijgen.
De bloemen van het madeliefje zijn lekker in salades en kinderen kunnen madeliefjeskettingen van de bloemen maken. Oude kruidenboeken geven het wondhelende en ontsmettende van een madeliefje weer.
Op De Kruidhof staat het madeliefje uiteraard in de gazons. Deze planten zijn niet opgenomen in de collectie. In de geneeskrachtige tuin van de Kruidhof vind je bij de madeliefjes zelfs een verwijzing naar de Friese naam van deze witte bloeier. Het ‘Ko-blomke’.